Inspectie: ‘Kijken met andere ogen’
Redactioneel - 01-06-2016
Probeer de achtergronden van het gedrag te begrijpen, als je iets wilt doen aan moeilijk gedrag van mensen met dementie. Dat is de kernboodschap van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) . Dus: pak niet het gedrag zelf aan, maar de achtergronden ervan. ‘Kijken met andere ogen’, noemt IGZ dat. De inspectie stelde hiervoor een lijst op van 8 kernelementen; handvatten die helpen om goede zorg te verlenen aan mensen met dementie.
De 8 kernelementen voor zorg aan mensen met dementie en onbegrepen gedrag
- De zorgaanbieder legt vast hoe de medewerkers omgaan met mensen met dementie en hoe deze mensen worden verzorgd. Dit wordt ook steeds getoetst.
- De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag. De medewerker kent de levensgeschiedenis, weet waar de cliënt blij van wordt en wat hem of haar helpt. De medewerker herkent signalen van het onbegrepen gedrag en reageert hierop. De medewerker maakt hierover verslagen zodat anderen hiervan kunnen leren.
- Familie en mantelzorgers zijn betrokken bij de aanpak van de zorg. Wat te doen als de cliënt onrustig wordt? Zorgverleners bespreken samen en met familie wat zij kunnen doen om de cliënt zich prettig te laten voelen. Ook bespreken zij in welke situaties zij toch rustgevende medicatie geven.
- Een verzorgende, arts en psycholoog bepalen samen de doelen van de zorg en bij welk gedrag wordt ingegrepen. Soms wordt dit bepaald met meerdere zorgverleners, maar altijd met een verzorgende, arts en psycholoog.
- Het team van verzorgende, arts en psycholoog maakt een analyse van het onbegrepen gedrag. Zijn lichamelijke factoren of medicijngebruik oorzaak van het onbegrepen gedrag? Heeft de cliënt een psychische stoornis? Of komt het onbegrepen gedrag door gebeurtenissen uit het verleden of hoe met de cliënt wordt omgegaan?
- Om de risico’s van het onbegrepen gedrag te verkleinen, probeert de medewerker agressie of extreme onrust te voorkomen zonder medicijnen toe te dienen. Dit kan bijvoorbeeld door voor de cliënt zinvolle dagbesteding aan te bieden. Deze activiteiten legt de medewerker vast in het zorgplan.
- Medicijnen die angst verminderen of mensen rustig maken, de zogenoemde psychofarmaca, worden gebruikt volgens de landelijk geldende richtlijnen.
- De verzorgende, arts en psycholoog bespreken de afspraken minstens twee keer per jaar. Bij deze evaluaties kijken ze altijd of het gebruik van medicijnen die angst verminderen of mensen rustig maken, de psychofarmaca, kan worden gestopt.
Wat is onbegrepen gedrag?
‘Onbegrepen gedrag’ is een term voor gedrag dat als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren door degene zelf en/of diens omgeving, ook wel ‘probleemgedrag’ genoemd. ‘Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen. Belastend en stressvol, zowel voor de cliënt, de medecliënten en de medewerkers’, stellen Trimbos en Vilans vast in hun onderzoek ‘Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie’ dat zij in opdracht van de inspectie deden (2014). De 8 kernelementen zijn op dit onderzoek gebaseerd.
Wat doet de inspectie met de 8 kernelementen?
De inspectie kijkt bij haar bezoeken of er gewerkt wordt volgens deze kernelementen.
Dat doen de inspecteurs onder andere door een poosje in de huiskamer mee te kijken.
Psychofarmaca
In de 8 kernelementen wordt ook gesproken over hoe om te gaan met psychofarmaca. ‘De 10 uitgangspunten voor omgaan met psychofarmaca’ gaan hier dieper op in en worden door de inspectie onderschreven.
Meer lezen:
- IGZ bericht ‘Kijken met andere ogen’
- IGZ Factsheet Zorg aan mensen met dementie en onbegrepen gedrag
- IGZ Tijdschrift ‘Kijken met andere ogen’