Hoe mevrouw Troelstra zonder onrustbanden en -medicatie gelukkiger werd
Door: Elly Duijf - Redactioneel - 06-06-2011
Onlangs ontmoette ik Tiny Hooftman, een vijfendertigjarige enthousiaste fysiotherapeute die haar hart heeft verpand aan de zorg voor mensen met dementie. Tiny laat zich vaak inspireren door wat ze op de website van IDé leest. En ze geeft haar eigen goede ervaringen ook graag door aan anderen. In dit artikel vertelt Tiny over mevrouw Troelstra. Een nieuwe bejegening gaf een verschil van dag en nacht!
(Elly Duijf)
Toen mevrouw Troelstra na een heupoperatie terugkwam in ons verpleeghuis, werd ze op voorschrift van het ziekenhuis gefixeerd. ’s Nachts met een Zweedse band en overdag met een rolstoelband. Het was een crime; mevrouw verzette zich heftig en sloeg vaak om zich heen. Steeds waren er meerdere mensen nodig om haar vast te binden. Naar bed gaan vond ze vreselijk en ze sliep slecht. Zelfs met onrustmedicatie werd ze niet in toom gekregen.
Lage bedbank in plaats van vastbinden
Na een kleine week was het genoeg! Het moest anders, vonden we, en we gingen experimenteren. Haar bed werd verruild voor een gezellige uitnodigende lage bank in de gemeenschappelijke huiskamer. En naast deze bedbank kwam een bewegingsmelder. En dat werkte: mevrouw ging weer graag naar bed, sliep goed en de verzorging kon er op tijd bij zijn als mevrouw op wilde staan. En voor zover er risico was, werd dat geaccepteerd.
Het nieuwe bed werd improviserend gemaakt met drie opeengestapelde matrassen, een kleurige overtrek en kleurige kussens tegen de muur. Voor de verzorging was het opmaken van het bed wel lastiger, maar dat hadden ze er graag voor over. En de lichamelijke verzorging gebeurde aan de wastafel of in de douche.
Enthousiast geworden
Enthousiast geworden van de resultaten zijn we gaan uitzoeken wat we nog meer voor mevrouw Troelstra konden betekenen. Ze was voor ons geen gemakkelijke bewoonster. Op een negatieve manier vroeg ze veel aandacht, en dat stootte veel mensen af. Ze was onrustig en wantrouwend en wilde niet verzorgd worden. Ze had een enorme loopdrang waardoor ze zichzelf permanent uitputte en te weinig aan eten toekwam. In de loop van de tijd was er een toenemend aantal medicijnen voorgeschreven tegen onrust, agitatie en depressiviteit.
Wie is ze?
Als team van verzorgenden en behandelaars zijn we gaan kijken wat er achter dit gedrag schuilging. Wie is mevrouw Troelstra eigenlijk? Wat beweegt haar en waar beleeft ze plezier in? Onze psychologe kreeg hierin een belangrijke rol. We zagen dat mevrouw in feite een heel sociaal mens is, die graag een praatje maakt en voor anderen zorgt. Maar ze is ook heel onzeker, over zichzelf en over anderen en ze vindt het moeilijk om voor zich te laten zorgen. We zagen ook dat ze graag complimenten krijgt en dol is op sierraden. Waar ze ook gek op is, is chocolade en ze heeft een hoge energiebehoefte.
Inspelen op behoeften
Met deze inzichten zijn we begonnen om beter in te spelen op haar behoeften. Wij lieten haar zoveel mogelijk zelf doen en volgden haar ritme. Als ze niet gewassen wilde worden, werd dat geaccepteerd en toen bleek dat ze van een paar verzorgenden wel verzorging toeliet, werden deze haar vaste zorgverleners.
We zochten ook naar iets om in te spelen op haar behoefte om voor anderen te zorgen. Wij begonnen met een knuffeldier. De eerste knuffel werd onmiddellijk door de huiskamer gesmeten en een tweede exemplaar werd voor korte tijd geaccepteerd. Later schaften we via Markplaats een pop aan met wandelwagen en een wiegje dat naast mevrouws bed kwam te staan. En dat was een succes: mevrouw wandelt nu regelmatig met haar wandelwagen en pop door huis.
Mee gaan
Mevrouw krijgt chocolade als ze erom vraagt, en naast haar bedbank ligt ook wat voorraad die ze zelf kan pakken. We lieten toe dat mevrouw geen rust had om aan tafel te zitten. Ze kreeg een boterham in de hand die ze al wandelend op at. En op een gegeven moment gaf ze aan dat ze graag aan tafel wilde mee-eten. Tegenwoordig eet ze altijd met de anderen mee. Hierbij zorgen wij wel voor voldoende rust, bijvoorbeeld met een dichte deur.
In plaats van mevrouw Troelstra te mijden omdat we haar aandachtvragen lastig vonden, stappen we nu juist regelmatig op haar af om een praatje te maken. We slaan regelmatig een arm om haar heen en geven veel complimentjes. Dit doet haar duidelijk goed.
Als mevrouw Troelstra boos op ons is, gaan we daar nu heel anders mee om, en dat werkt. In plaats ons te verdedigen gaan we nu met haar beleving mee; ‘Het spijt me mevrouw Troelstra, u hebt gelijk hoor, hoe kan ik het goed maken?’ Haar even vastpakken. We gaan niet tegen haar in, want dan blijft ze juist vasthouden aan haar beleving en dat leidt tot extra boosheid.
Mevrouw is vrij om te slapen waar ze wil. Regelmatig kiest ze voor de bedbank in de huiskamer in plaats van haar eigen appartement.
Een ander mens
Soms vertoont mevrouw nog claimend gedrag en onrust. Maar heel veel minder! En haar medicatie? Die werd afgebouwd. Sinds twee maanden krijgt ze alleen nog de minimumdosering van een antipsychoticum en zodra het kan wordt ook dat gestopt.
De sleutel? Wij leerden haar gedrag te accepteren en tegemoet te komen aan haar echte behoeften! We zitten in een leerproces – ook bij andere bewoners - en dat gaat niet meer stoppen als het aan mij ligt! Zorg voor mensen met dementie vind ik het boeiendste beroep dat er is!
Meer lezen?
Zie hier de medicijnen die mevrouw Troelstra kreeg en het benaderingsadvies van de psychologe.
Tiny Hooftman is fysiotherapeut in de ouderenzorg, de andere namen zijn ter bescherming van de privacy gefingeerd .