Waar zijn de psycholoog en de verpleegkundige?
door Elly Duijf - Ervaringen en meningen - 19-06-2013
Antipsychotica zijn medicijnen om wanen als gevolg van schizofrenie en delier te bestrijden. Als bijwerking hebben ze dat ze emoties en initiatief onderdrukken. Het is speciaal om deze bijwerking dat ze vaak worden gegeven aan mensen met dementie, die onrustig of boos zijn. Onrust en agressie maken met deze medicijnen plaats voor sufheid en op den duur zelfs identiteitsloosheid: ‘chemische fixatie’ dus.
Antipsychotica hebben ook andere bijwerkingen. Kwetsbare ouderen zijn daar extra gevoelig voor, met als gevolg verstijving (parkinsonisme), versnelde achteruitgang van denkvermogen en geheugen, verhoogde bloedsuikerspiegel, verhoogd valrisico, trombose, longembolie, beroerte, hartfalen, longontsteking. Artsen zijn het er dan ook wereldwijd over eens: antipsychotica moeten worden gebruikt waar ze voor bedoeld zijn (schizofrenie en delier) en als men uit nood toch om andere redenen naar deze middelen grijpt, dan moet dat zo kort mogelijk zijn.
In de Verenigde Staten zijn antipsychotica al jaren taboe bij dementie. Maar in ons land krijgt naar schatting nog steeds een derde tot de helft van alle mensen met dementie antipsychotica. Je vraagt je af: hoe kan dat? ‘Onmacht’, zeggen de artsen zelf. ‘Verzorgenden kloppen bij je aan als ze met de rug tegen de muur staan en naar hun gevoel alles al hebben geprobeerd om probleemgedrag te bestrijden, en dan geef je die medicijnen terwijl je het eigenlijk niet wilt,' zo vertelden artsen in het NCRV programma ‘Altijd wat’ een jaar geleden. Wat jammer, denk ik dan.
Alle richtlijnen zeggen: onrust, agitatie, depressie etc. bij dementie poog je te bestrijden of hanteerbaar te maken door de oorzaken ervan te proberen weg te nemen, en door goede bejegening, begeleiding en een passende woonomgeving. Veel daarvan is toch bij uitstek het vakgebied van psychologen, geriatrisch verpleegkundigen, coaches en teambegeleiders? Deze functies worden in de discussies echter nauwelijks genoemd. Altijd gaat het over slechts twee disciplines: de verzorgenden en de arts. Hoe komt dat?
Ik ben benieuwd naar uw reactie! Bekijk hier de uitzending van Altijd Wat:
2 juli, 2013 om 13:16
Als de arts zich onmachtig voelt, is de norm : de arts moet het (toch) maar oplossen. Hij/zij staat immers aan de top van de institutie en de hiërarchie . Dat doet de arts dan ten koste van de patiënt, in het geval van die anti-psichotica. Hoe goed is die arts op de hoogte van relevant onderzoek op het vakgebied?
Logische vraag is ook: waarom wordt niet een (praktische) speciaal opgeleide verpleegkundige of een gespecialiseerde gedragsdeskundige psycholoog erbij gehaald?
-Heel vaak zijn zulke mensen niet beschikbaar, resp. werken zij helemaal niet in de tehuizen. Verpleegkundigen doen uitsluitend wondverzorging of nachtdienst, gedragswetenschappers worden incidenteel gevraagd om een rapportje te schrijven voordat een lastige patiënt dwangmedicatie krijgt voorgeschreven.
-Familieleden die met dit probleem te maken krijgen kunnen nergens terecht, want in alle klachtencommissies zijn de medici óók de baas, dus onderstrepen daar opnieuw wederzijds elkaars beleid. Klachtencommissies moeten op de schop!
-Zolang tehuizen niet verplicht worden om andere deskundigen in te schakelen bij de behandeling kan de familie zich daar ook heel moeilijk op beroepen.
-Extra hindernis is nog dat de contact- verzorgenden en de hoofden verzorging soms (hoe vaak precies?) helemaal niet verpleegkundig geschoold zijn en het medisch beleid dus ook niet kunnen volgen, laat staan kritisch beschouwen. En als zij het wel kunnen’ worden zij klokkenluiders…
-En last but not least: het recht op het vragen van een second opinion verliest een patiënt die dement is bij opname! Ook zijn of haar contactpersoon of gemachtigde.