Minder beweging; meer onrust en verstandelijke achteruitgang
Door: Marysia Zarzycki en Elly Duijf - Redactioneel - 28-02-2011
Meer onrust en afname verstandelijke vermogens
Veel wetenschappelijke onderzoeken lieten al zien dat lichamelijk bewegen goed is voor de hersenen; ook bij dementie. Als mensen met dementie minder gaan bewegen, gaan hun verstandelijke vermogens sneller achteruit. Belangrijke onderdelen van het brein krijgen dan te weinig stimulans, wat kan zorgen voor onrust, apathie en afnemende vermogens, bijvoorbeeld tot het nemen van initiatief. Het is nog moeilijk te zeggen of met éxtra beweging bij gevorderde dementie de achteruitgang tegengegaan kan worden, omdat er dan al delen van het brein zijn beschadigd.
Vrijheidsbeperking verergert de problemen
Vrijheidsbeperking leidt bij mensen tot stress; lichamelijk en psychisch. En stress leidt bij dementie tot verdere beschadiging van het brein. Deze extra beschadiging komt bovenop de extra achteruitgang die er is als gevolg van het minder bewegen door de vrijheidsbeperking.
Stimuleren en activeren móét!
Samengevat maken verschillende studies duidelijk dat vrijheidsbeperking en weinig bewegen leiden tot, onrust, apathie, stemmingswisselingen en snellere verstandelijke achteruitgang en afhankelijkheid. Mensen met dementie zijn vaak onvoldoende in staat om zelf nog initatief te nemen op het gebied van bewegen. Zij hebben daarom motivatie, aanhoudende aanmoediging en ondersteuning nodig, zo concluderen de wetenschappers.
Meer weten?
In de review leest u o.a. meer over de specifieke hersendelen die een rol spelen bij lichamelijk bewegen en dementie.
“The more physical inactivity, the more agitation in dementia” (review)
Erik J.A. Scherder, Thorsten Bogen, Laura H.P. Eggermont, Jan P.H. Hamers and Dick F. Swaab International Psychogeriatrics (2010), 22:8, 1203–1208