Moeder slaapt nu met kleren aan
Ingezonden - 10-11-2015
Eén op de vier mensen met dementie in een woonvoorziening krijgt kalmerende medicijnen. Dat blijkt uit de pas verschenen Monitor Woonvormen Dementie (Trimbos-instituut, 2015). Ook in de thuiszorg worden deze psychofarmaca regelmatig voorgeschreven. Hiermee worden acute symptomen – zoals dwalen, agressie of aanhoudend roepen – bestreden, maar worden onderliggende oorzaken niet opgelost.
Onder druk
Dat is schrijnend, want deze middelen hebben veel negatieve en ingrijpende effecten, zoals sufheid, lusteloosheid en spierstijfheid. Ook krijgen mensen moeite met lopen, praten, kauwen of slikken. De gevolgen laten zich raden. Mensen worden nog inactiever, hun gezondheid en welbevinden nemen daardoor af en het risico op vallen, een longontsteking of een beroerte neemt toe.
Toch, uit dezelfde Monitor blijkt dat de helft van alle artsen de middelen onder druk voorschrijft. Die druk ontstaat meestal door het ontbreken van een heldere visie op omgaan met mensen met dementie en met onbegrepen gedrag. Nee zeggen is dan niet zo gemakkelijk. Maar driekwart van de artsen vindt dat het gebruik wel kan worden teruggedrongen.
Pilot
Samen met vier zorgorganisaties (Topaz, Zorgwaard, Florence in de ouderenzorg en Reinaerde in de gehandicaptenzorg) werkt kennisinstituut Vilans aan het verminderen van gedragsmedicatie. En de resultaten zijn veelbelovend. De aanname dat mensen opnieuw probleemgedrag vertonen als de medicatie vermindert, blijkt niet altijd te kloppen. Er moet aandacht zijn voor alternatieven – en die blijken soms heel simpel. Bijvoorbeeld bij mevrouw De Vries.
Mevrouw De Vries is 82 jaar. Ze heeft de ziekte van Alzheimer en woont in een zorginstelling. Ze is de laatste tijd erg onrustig, vooral ’s avonds, als ze naar bed moet. Dan weigert ze zich uit te kleden, de dekens gooit ze meteen weer van zich af, een slaapmiddel wil ze niet.
Een oplossing werd gevonden toen haar dochter vertelde dat moeder vroeger vroedvrouw was geweest. Daarom sliep ze vaak in haar kleren, bovenop de dekens; ze kon immers elk moment gebeld worden voor de volgende baby. Die vrijheid heeft ze terug gekregen. Ze gaat nu elke avond rustig naar bed. Met haar kleren aan, maar zonder medicatie.
Verandering bij iedereen
Maar het succes valt of staat met de betrokkenheid van management en bestuur. Zijn zij bereid hun medewerkers te faciliteren? Meer ruimte te bieden voor het zoeken naar de oorzaken van onbegrepen gedrag, voor creativiteit en voor ‘uitproberen’? Bij dat proces moet de hele organisatie betrokken worden – van kok tot bestuurder, van zorgmedewerker tot psycholoog, van vrijwilliger tot portier.
En, niet te vergeten, familie en mantelzorgers. Juist zij beschikken over een schat aan informatie en kunnen veel verschil maken. Maar ook van hen vraagt het soms een andere houding. Als je vader niet meer wil douchen, kun je er dan mee leven dat het nog maar eens per week gebeurt? Als je moeder per se zelf haar kleren wil wassen, kun je het dan aanzien dat er af en toe wat vlekken blijven zitten?
Goed omgaan met mensen met dementie en onbegrepen gedrag vraagt een andere manier van denken. Niet alleen in zorgorganisaties, maar in de hele maatschappij.
Dit artikel is een verkorte weergave van het artikel ‘Koffie verkeerd voor ouderen met dementie’ in NRC van 31 oktober van de hand van Annemieke den Ouden van Vilans