Minder dwalen in sfeervolle ruimtes
Door Marielle ten Veldhuis - Redactioneel - 13-09-2008
Veel ouderen met dementie dwalen rond in het verpleeghuis. Zijn ze misschien op zoek naar een ruimte waar zij zich prettig voelen? Het blijkt dat een sfeervolle omgeving tot minder dwalen leidt. Verveling lijkt de oorzaak van dwalen. Verrijk de omgeving, is dan ook de boodschap.
Kort en bondig samengevat…
In sfeervolle ruimtes
* wordt minder én minder lang gedwaald;
* blijven mensen langer zitten;
* Verveling lijkt de oorzaak voor dwalen;
* de omgeving is dan niet uitdagend genoeg.
Belangrijke aspecten voor sfeer:
* kleur
* uitdagende prikkels
* warmte
* een uitnodigende ruimte
* decoraties, zoals planten en schilderijen.
Details over het onderzoek
Doel van het onderzoek
De sfeer van een omgeving bepaalt mede of je je prettig voelt. De onderzoekers observeerden of mensen met een ernstige cognitieve beperking vaker dwalen om onprettige ruimtes te vermijden. En dus om prettige ruimtes te vinden. Daarnaast keken zij of deze mensen vaker bleven zitten in een omgeving met een betere sfeer.
Wie deden mee?
De proefpersonen waren 47 ouderen met dementie. Ze woonden allemaal in een verpleeghuis, waren tussen de 72 en 103 jaar oud en konden nog lopen. 70 Procent van hen liep zelfstandig. De overige proefpersonen hadden begeleiding nodig. Mensen in een rolstoel mochten niet aan het onderzoek meedoen.
De proefpersonen werden twaalf keer gefilmd gedurende twintig minuten. Tussen de opnames zat minimaal 48 uur.
Aanpak
De proefpersonen zijn in het verpleeghuis geobserveerd in alle ruimtes die er waren. Met een vragenlijst is bepaald of de ruimtes een hoge of lage score voor sfeer hadden. De observaties van de proefpersonen zijn aan de hand daarvan vergeleken.
Hoe werd de sfeer gemeten?
De sfeer in de omgeving is gemeten met de Ambiance Scale. De cognitieve capaciteit van de proefpersonen is met de MMSE bepaald. Met de Noldus Observer 5.0 is de tijd gemeten dat de proefpersoon aan het lopen of zitten was. Een daartoe geschoolde onderzoeksassistent verrichtte de metingen. Deze was blind voor het onderwerp van de studie.
Wat is de beperking van dit onderzoek?
Er werd ook tijdens het eten geobserveerd, wat mogelijk tot het hoge percentage zitten heeft geleid. Ook is sfeer in het algemeen gemeten. Het zou mogelijk beter zijn duidelijk in kaart te brengen welke aspecten bijdragen aan een goede sfeer.
Resultaten
70 Procent van de geobserveerde bewoners zat tijdens alle observaties. Zeven procent liep. Zowel zitten als lopen duurde ongeveer tien minuten per keer. Overig gedrag was liggen en stilstaan.
Problematisch dwalen
Problematisch dwalen kwam vaker voor bij jongere proefpersonen die cognitief beperkter waren. Zij dwaalden langer en vaker. De cognitieve status, gemeten met de MMSE, kan dus voorspellen over dwalen. Maar deze geeft geen informatie over de tijdsduur van het dwalen. Dwalen gebeurde meestal in de gangen.
Sfeer
In ruimtes met een hogere score voor sfeer werd minder en minder lang gedwaald. Ook bleven mensen daar langer zitten dan in ruimtes met een lagere score voor sfeer. Van invloed zijn vooral aspecten als kleur, uitdagende stimuli, warmte, uitnodigendheid van de ruimte, vernieuwing van de omgeving, oftewel: een andere omgeving dan gewend en decoraties.
Verveling
Dat mensen langer in een sfeervolle ruimte blijven zitten, geeft aan dat de omgeving wel degelijk van invloed is op het dwalen. Daarbij komt dat mensen in ruimtes met weinig sfeer veel meer dwalen en zoeken. Verveling lijkt de oorzaak voor dwalen, dat ontstaat doordat de sfeer niet uitdagend genoeg is. Sfeer is dus een goede indicatie voor dwalen: of er gedwaald zal worden, de frequentie van het dwalen en de tijdsduur.
Bron
‘Environmental ambiance as a new window on wandering.’
L. Yao and D. Algase. Western journal of nursing research, 2006.