'Ik voelde me een hond die aan de ketting ligt'
Door Stella Braam / Foto's copyright Cees Hilhorst - Redactioneel - 13-09-2008
In verpleeghuis Lückerheide is de Zweedse band vrijwel uitgebannen. Hoe is dit proces verlopen? En wat betekent het voor de bewoners, hun familie en verzorgenden? IDé treft enthousiaste verzorgenden en bevrijde bewoners. ‘Vastbinden past niet in onze zorgvisie.’
Mevrouw Balendonk is weduwe van een mijnwerker, moeder van zes kinderen, goedlachs, en op leeftijd. Ze zit in een rolstoel, want haar benen ‘willen niet meer’. Vandaag geniet ze van de zon op een buitenplaatsje in verpleeghuis Lückerheide, onderdeel van de MeanderGroep in het Zuidlimburgse Kerkrade.
Nog niet zo lang geleden werd mevrouw Balendonk vastgebonden met een Zweedse band - ’s nachts in bed en overdag in haar rolstoel. ‘Ik vond het niks dat ik niet op kon staan,’ zegt ze geëmotioneerd. ‘Ik voelde me een hond die aan de ketting ligt.’ Ze gebaart naar haar heup waar die gordel zat. ‘Je hebt zo’n strak gevoel.’
Mevrouw Balendonk is bevrijd. ‘Nu ben ik blij. Echt blij,’ zegt ze met een brede lach.
Gevaarlijk
Verzorgende Rachel Franken schenkt mevrouw Balendonk een glaasje fris in. Rachel moest een hele omslag maken: van fixeren met de Zweedse band naar ‘bandenloos zorgen’, zoals ze dat in Lückerheide noemen. Best moeilijk, zegt ze: ‘Ik dacht: “Dat is gevaarlijk!” Ik was bang dat een bewoner zou vallen en iets zou breken. Maar na een paar weken kun je die angst wat losser laten.’ Dat komt, het verpleeghuis had voor alternatieven gezorgd. ‘Extra lage bedden bijvoorbeeld, die tot op de grond kunnen zakken. Die kun je ’s nachts op de laagste stand zetten,’ zegt Rachel enthousiast. ‘Als een bewoner uit bed rolt, bezeert hij zich niet. En we hebben computergestuurde signaleringssystemen die ons een seintje geven als een bewoner ’s nachts uit bed stapt. Dan gaan we er direct op af.’
Vastgebonden uit gewoonte
In het jaar 2000 laat de MeanderGroep een onderzoek doen: hoe vaak wordt er in haar instellingen gefixeerd? Meer dan 50 procent, zo blijkt. Waarvan een kwart met de Zweedse band. De MeanderGroep vindt dit teveel en wil het fixeren terugbrengen.
Om te beginnen moet de Zweedse band verdwijnen. Daartoe start in 2002 het scholingsprogramma ‘Stop de band’ in Lückerheide. De scholing werd verzorgd door verpleegkundige Ine Smeets. In 2004 ging zij de afdelingen op om te onderzoeken waarom bewoners in de Zweedse band zaten.
‘Veel bewoners bleken uit gewoonte te worden vastgebonden,’ zegt Ine Smeets. ‘Bij al deze mensen was het op een dag om een bepaalde reden begonnen en daar werden geen vragen meer bij gesteld.’
Ine Smeets ging als volgt te werk: bij elke bewoner werd de Zweedse band verwijderd. Ine ging ernaast zitten en keek wat er gebeurde. Ze deed een onthutsende ontdekking. ‘Velen stonden niet op. Ze bleken niet eens meer te kunnen lopen!’ Oftewel: die Zweedse band was helemaal niet nodig.
Maar de Zweedse band bleek een hardnekkig fenomeen. Scholing alleen is niet voldoende, constateerde onderzoekster Anna Huizing van de Universiteit Maastricht die het proces volgde.
We schrijven 1 juli 2007 als de Raad van Bestuur de Zweedse banden verbiedt. Sindsdien is alles in een stroomversnelling geraakt. En dat is nodig, vindt gezondheidswetenschapper Math Gulpers, directeur van Lückerheide en voorvechter van het eerste uur. ‘We doen onze bewoners heel veel geweld aan door ze vast te binden. Ik kan dit niet verantwoorden. Vastbinden past niet in onze zorgvisie.’
Trippelstoel
‘Dág, pas op hoor!’ Met die woorden komt meneer Bischoffs, oud-mijnwerker, in een trippelstoel met autogordel op ons af; een extra lage rolstoel die je met je benen kunt voortbewegen. Vóór hij die stoel kreeg, zat hij met een Zweedse band in een rolstoel. En ’s nachts lag hij gefixeerd in bed. Nu staat er een optiescan naast zijn extra lage bed, een apparaatje dat de verzorgenden waarschuwt wanneer hij opstaat. Dan kunnen ze hem helpen naar het toilet te gaan.
Meneer Bischoffs kan zich niet meer goed uitdrukken. Maar zijn brede glimlach spreekt boekdelen. ‘Hij kan gaan en staan waar hij wil,’ zegt Yvon Schoenmaekers, hoofd van de afdeling Anjer. ‘Die stoel geeft hem vrijheid. Ook ’s nachts is hij vrij.’
Dochter Bianca van meneer Bischoffs was aanvankelijk niet zo enthousiast. Vader in bed zonder bescherming van de Zweedse band? Zijn dochter Bianca: ‘Ik dacht: “Poeh, als dat maar goed gaat. Straks valt hij en breekt hij wat.”’ Maar de gevreesde valpartijen bleven uit en Bianca is gelukkig met het bandenloze tijdperk: ‘Het is fijner om níét vastgebonden te zitten dan wél.’
Hakken in het zand
Veel familieleden plaatsten vraagtekens bij het afschaffen van de Zweedse band. Directeur Math Gulpers belegde menig bijeenkomst met hen. ‘We hebben gezegd: “Wij kunnen niet garanderen dat ze niet vallen, en dat er niets fout kan gaan. Maar we zetten alles op alles om een veilige omgeving te scheppen. Overigens heeft het toepassen van vrijheidsbeperkende middelen ook verschillende negatieve gevolgen voor de betrokkenen. Bovendien past fixeren niet in onze zorgvisie: hoe kun je iets betekenen voor een mens als je hem belemmert in zijn vrijheid?”’
Ook met verzorgenden en (para)medici moest intensief worden overlegd. Want velen vonden het onverantwoord. De artsen zeiden: ‘De veiligheid van de bewoners is ónze verantwoordelijkheid.’ De fysiotherapeuten: ‘Mooi streven, maar bij déze bewoner is het onverantwoord.’ De verzorgenden op hun beurt zagen onveilige situaties. Math Gulpers: ‘Maar wat zijn de feiten uit wetenschappelijk onderzoek? Zonder fixeren wordt er weliswaar meer gevallen, maar niet met ernstigere complicaties. Van de honderd verpleeghuisbewoners die vallen, zijn er twee tot vijf die iets breken.’
Liever zónder
Soms komen verzorgende Rachel Franken en haar collega’s voor dilemma’s te staan. Ze geeft een voorbeeld. ‘Iemand zit in een rolstoel. Wordt niet meer gefixeerd. Staat vervolgens vaak op en valt.’
In zo’n geval gaan alle partijen met elkaar aan tafel zitten: de verpleeghuisarts, de ergotherapeut, fysiotherapeut, psycholoog en verzorgenden. Rachel: ‘Dan stellen we de vraag: Over welke middelen beschikken we om iemand z’n bewegingsvrijheid te laten behouden?’
Niet - fixeren vergt andere vaardigheden van verzorgenden, vervolgt ze: ‘Je moet alerter en vindingrijk zijn.’ Vaker dan voorheen lopen Rachel en haar collega’s een stukje met een bewoner mee. ‘En als er nieuwe bewoners komen, vertellen we de familie dat wij hier niet fixeren. Ik vind het een uitdaging om goed uit te leggen waarom niet en wat de alternatieven zijn.’
Terug naar de Zweedse banden? Rachel schudt haar hoofd en zegt: ‘Liever zónder. Het gaat om de vrijheid van de bewoners. Dat ze weer vrij kunnen bewegen.’
Maatwerk
Het komt aan op creativiteit en maatwerk, zegt fixatieverpleegkundige Ine Smeets. Enkele voorbeelden: een bewoner kon uit de Zweedse band dankzij een ‘optieseat’, een kussentje waarmee een alarm afgaat als je opstaat. Een ander werd vastgebonden omdat zij erg veel wipte in haar rolstoel. Een aanpassing aan de rolstoel gaf al enig soelaas, namelijk een verzwaring aan de achterkant, waardoor de rolstoel niet kon omkiepen. Ook hielp het om de rolstoel van de rem te zetten. Bovendien ontdekte het team dat haar onrust een signaal was dat zij moe was. Werd ze in bed gelegd, was ze rustig.
Ine raakt niet uitgepraat. Zo werd een, intussen overleden, bewoner overdag vastgebonden in een trippelstoel. Ook hij werd bevrijd. Ine: ‘Op een dag riep hij: ‘”Er is een wonder gebeurd! Ik kan weer lopen.”’
Lees meer in: Lückerheide voor managers