Beter eten: beter denken
Door: Mariëlle ten Veldhuis, publ. 25 augustus 2008 - Redactioneel - 25-08-2008
Ondergewicht komt vaak voor bij ouderen met dementie. Maar je kunt ervoor zorgen dat zij beter gaan eten. Hoe? Door integer te zijn, goed te communiceren en een huiselijke sfeer te creëren. Wat blijkt? Deze ouderen komen aan in gewicht en gaan nog beter intellectueel functioneren ook!
Wat was het doel?
Vooral aan het einde van het ziekteproces hebben veel ouderen met dementie problemen met eten. Ze herkennen hun bord en bestek niet meer. Heeft ingrijpen door middel van een 'interventieprogramma' hierop effect? Oftewel: gaan ze beter eten als je de omgeving aanpast en hen individueel benadert? Dat wilden de onderzoekers weten.
De onderzoekers verwachtten dat de bewoners zouden aankomen dankzij het interventieprogramma. Ook in eerdere studies is dit resultaat gevonden. Maar gaat deze gewichtsverandering ook samen met verbeteringen in intellectueel en motorisch functioneren?
Resultaten en conclusies
De proefpersonen waren verdeeld in een controlegroep en een interventiegroep. In de interventiegroep kwamen dertien proefpersonen in gewicht aan. In de controlegroep waren dit er twee. Een duidelijk verschil!
Beter denken
Ook bleek dat de veranderingen in gewicht in verband staan met een verbetering van intellectueel functioneren. Gaan deze ouderen ook beter motorisch functioneren? Helaas, dat niet. Voor motorisch functioneren en bestanddelen van de cerebrale spinale vloeistof is geen verschil gevonden.
Andere omgeving
De omgeving van de interventiegroep was veranderd. Het zag er een stuk gezelliger uit. Er waren nieuwe foto’s, andere patronen op tafelkleden en gordijnen, persoonlijke spullen in de kamer, naamplaatjes op de deur en grote spiegels in de kamers.
Gekleurde kleren
Het personeel droeg geen witte uniformen, maar gekleurde kleren. Het eten werd nu in grote schalen geserveerd. Bewoners konden dus zelf hun eten opscheppen. Ze zaten vaker samen aan tafel en deden vaker mee aan activiteiten in het verpleeghuis. Ook het personeel ondervond er voordelen van: zij vonden het contact met de bewoners en de sfeer prettiger.
Kortom
Een interventieprogramma zorgt ervoor dat ouderen met dementie beter gaan eten, aankomen en beter intellectueel presteren. De vorm, inhoud en intensiteit van de scholing is hierbij belangrijk.
Details van het onderzoek
De interventie
Waaruit bestond de interventie? Het personeel van de interventiegroep kreeg allereerst een week scholing van een psycholoog en professor. Scholing, gebaseerd op Erikson’s theorie over de acht ontwikkelingsstadia van de mens. Twintig uur les en achttien uur discussie. Met aandacht voor dementie, normale veroudering, omgeving, communicatie, integriteit, verwardheid, menselijke relaties. Hoofdpunten hierbij waren:
Eén: wees integer naar de bewoner toe.
Twee: ga beter communiceren.
Drie: creëer een rustige, huiselijke omgeving.
Ondersteuning
Daarna is de scholing in de zorg geintegreerd. Het personeel werd daarbij intensief ondersteund. Elke dag stond een onderzoeksassistent paraat. Drie tot vier keer per week kwam een verpleegkundige onderzoeker langs. Zij stimuleerden het personeel de nieuwe zorg toe te passen.
Dagboek
Vóór het onderzoek werd in beide verpleeghuizen het eten op dezelfde manier bezorgd: klaargemaakt eten op dienbladen. De verpleging werd gevraagd een dagboek bij te houden over de eetgewoonten.
Cijfers
Aan het onderzoek deden twee verpleeghuizen mee. Eén verpleeghuis vormde de interventiegroep die uit achttien patiënten bestond. De controlegroep in het andere verpleeghuis telde vijftien patiënten.
De proefpersonen hadden allemaal de diagnose Alzheimer en waren zeer beperkt in het dagelijkse functioneren. De mate van dementie is gemeten met de Mini Mental State Examination.
Wegen & meten
De proefpersonen werden aan het begin van het onderzoek en na de interventie gewogen. Dat gebeurde na het ontbijt en in hun pyjama. Tussen de eerste en de tweede weging zat vier maanden.
Er werd van alles gemeten: motorische, intellectuele en emotionele beschadigingen. Dat gebeurde aan de hand van de GBS-scale en DD-scale. De onderzoekers keken ook naar verwardheid, irritatie, angst, humeur en rusteloosheid. Tenslotte voerden zij biologische analyses uit van de cerebrale spinale vloeistof in de hersenen.
Beperking
Een beperking van dit onderzoek is het kleine aantal proefpersonen. Ook zijn de hoeveelheden die de mensen aten niet bijgehouden. Maar omdat het eten hetzelfde was in beide groepen, is de gewichtstoename toe te schrijven aan factoren binnen het verpleeghuis.
Bron
‘Weight increase in patients with dementia, and alteration in meal routines and meal environment after integrity promoting care’ A.G. Mamhidir, I. Karlsson, A. Norberg, M. Kihlgren. Journal of clinical nursing, 2007.