Hoe ontwerp ik een fijne tuin? (3)
Door: Mariëlle ten Veldhuis - Redactioneel - 25-08-2008
Een tuin betekent licht en buitenlucht. Iedereen geniet ervan. We weten steeds meer over het design van de tuin. Maar komt dit wel overeen met de voorkeur van oudere gebruikers? Daarover gaat dit onderzoek.
Resultaten & conclusies
Aspecten die het gebruik van de tuin lijken te vergroten zijn:
- Wandelpaden.
- Comfort (schaduw en zitgelegenheid: bankjes).
- Groen (bomen en planten).
- Uitzicht (vanuit de tuin).
- Ramen (uitzicht van binnen).
- Ruimtes naast uitgangen naar de tuin.
Uit het onderzoek blijkt dat ouderen inderdaad ook voorkeur laten zien voor deze zes aspecten. 78 Procent laat een voorkeur zien voor groen, 84 procent voor wandelpaden en ramen. Dit is voor ruimtes naast de uitgangen 82 procent. Gemiddeld 80 procent kiest voor comfort. Tenslotte is er de grootste voorkeur voor uitzicht. Maar liefst 87 procent kiest voor deze foto’s (zie: hoe werd het aangepakt?).
Verschil mannen en vrouwen
Mannen kiezen over het algemeen vaker voor comfort, groen en ramen dan vrouwen. Dit terwijl vrouwen vaker voor uitzicht kiezen. Ook wordt de voorkeur voor wandelpaden iets kleiner bij de oudere proefpersonen. Dit waarschijnlijk omdat zij minder in staat zijn deze te gebruiken.
Details van het onderzoek
Wat was het doel?
De onderzoekers vergeleken de huidige trends om een tuin in te richten met de voorkeur van ouderen zelf. Zij keken specifiek naar hun visuele voorkeur. En verwachtten dat ook ouderen voorkeur voor de huidige trends zouden laten zien. De dementieafdelingen deden overigens niet mee aan het onderzoek. Ook mensen die geen adequate respons meer lieten zien, werden uitgesloten. Toch publiceren we dit onderzoek, omdat we denken dat de behoeften van ouderen met dementie niet wezenlijk anders zijn dan die van gezonde ouderen.
Wie deden dan wel mee?
Middelgrote en grote zorginstellingen deden aan deze studie mee. Zij hebben vaker problemen met de toegankelijkheid van de tuin. Ook kon er een betere aselecte steekproef getrokken worden. In de veertien instellingen werden er zeven tot twaalf bewoners geselecteerd als proefpersoon. Dit bracht het totaal op 133 proefpersonen.
Bijna alle proefpersonen maakten het onderzoek af. Bij de laatste vragen zag je wel een kleine afname in antwoorden. Dit kwam waarschijnlijk door vermoeidheid. Oudere en meer beperkte proefpersonen hebben hier mogelijk eerder last van. Een kwart van de proefpersonen had enige motivatie nodig om het onderzoek te voltooien.
Proefpersonen moesten zelfstandig naar buiten kunnen. Hiertoe behoorden ook mensen in rolstoelen. Het onderzoek is in de zomer van 2003 afgenomen.
Hoe werd het aangepakt?
Elke proefpersoon kreeg 24 paren kleurenfoto’s aangeboden. Deze waren samengevoegd in een bundel. Ze waren 21 cm X 28 cm groot. De proefpersoon moest aangeven in welke van de twee foto’s hij of zij zich het liefst zou bevinden. Dit kon aangegeven worden door een post-it op die foto te plakken.
Tijdens de afname zaten de proefpersonen per instelling bij elkaar. Uit negen van de veertien instellingen werd een aantal proefpersonen gevraagd hun keuze te motiveren op de post-it. Dit waren vaak de cognitief betere mensen.
Beide foto’s waren identiek - behalve het aspect waar de mogelijke voorkeur zou liggen. Voorbeelden waren: bank, boom, overkapping of uitzicht. De foto’s waren in andere instellingen gemaakt. Aan de ene helft foto’s was iets toegevoegd, uit de andere helft iets verwijderd. Deze aspecten konden allemaal makkelijk in de praktijk worden uitgevoerd. Dus zonder hoge kosten of extra ruimte.
Figuur 1. Voorbeeld van een paar foto’s. Het gaat hier om uitzicht. Verwacht wordt dat de voorkeur bij de tweede foto ligt.
Er deden veel proefpersonen mee aan dit onderzoek. De meeste proefpersonen waren cognitief nog redelijk vaardig. Daarom is het de vraag of je de uitkomsten ook kunt generaliseren naar mensen die cognitief beperkter zijn. Ook waren onderzoekers niet ‘blind’: zij wisten bij welke foto de voorkeur waarschijnlijk lag. Wel is dit onderzoek goed gestructureerd opgezet en uitgevoerd.
Bron
‘Access to the oudoors: using photographic comparison to assess preferences of assisted living residents.’
S.D. Rodiek, J. T Fried.
Landscape and urban planning, 2005.
Eerdere artikelen in deze serie van drie: