Medicijnen en valongelukken
Redactioneel - 28-11-2016
Ouderen lopen een groter risico om te vallen. De gevolgen kunnen ernstig zijn: een botbreuk kan leiden tot blijvende invaliditeit en verlies van zelfstandigheid. Veel valongelukken van ouderen hangen samen met de medicijnen die ze gebruiken. Vooral als iemand meer dan één medicijn moet gebruiken, wordt de kans op ongelukken groter.
Ouderen
Hoe komt het dat ouderen zo veel vlugger vallen? Er zijn verschillende oorzaken:
- het lichaam verandert bij het ouder worden
- sommige ziekten kunnen de kans op vallen vergroten
- medicijnen en de bijwerkingen daarvan kunnen het risico op vallen vergroten
Lichamelijke veranderingen
Met het ouder worden, wordt het lichaam minder soepel. Niet alleen de knieën, ook inwendig. Zo zijn ouderen vaak duizelig als ze snel zijn opgestaan. Dat komt doordat het bij hen wat langer duurt voordat de bloeddruk zich heeft aangepast aan het rechtop staan. In combinatie met het feit dat veel ouderen `s nachts uit bed moeten om te plassen, ontstaat er een kans op ongelukken. Ook het verlies aan spierkracht kan een rol spelen. Traplopen, een opstapje nemen en opstaan uit een stoel kosten meer moeite en soms ontbreekt onverwachts de kracht, met als gevolg een val. Tenslotte werken de organen bij ouderen vaak minder goed: hart en longen kunnen minder aan, zodat de conditie achteruitgaat. Lever en nieren werken trager of minder goed. Daardoor hebben allerlei stoffen – onder andere medicijnen – veel meer invloed dan bij jongere mensen.
Ziekten
Er zijn verschillende ziekten die het risico op vallen vergroten. Sommige daarvan komen juist bij ouderen veel voor. Voorbeelden zijn:
- diabetes (schommelingen in de bloedsuikerspiegel kunnen duizeligheid veroorzaken)
- de ziekte van Parkinson (een slechte aansturing van de spieren)
- reuma (aandoening van de gewrichten)
Medicijngebruik en bijwerkingen
Een aantal medicijnen staat erom bekend dat ze de kans om te vallen groter maken. De meest gebruikte zijn:
- slaap- en kalmeringsmiddelen
- plastabletten
- andere geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk
- middelen tegen depressie
- middelen tegen epilepsie
Veel medicijnen hebben bijwerkingen. Een veel voorkomende bijwerking is duizeligheid. Ook daardoor is dus de kans op vallen groter. Bovendien gaan bij ouderen de lever en nieren trager of minder goed werken. Daardoor blijven medicijnen langer in het lichaam en werken ze sterker. Hierdoor wordt de kans op bijwerkingen groter. Ouderen hebben daarom in veel gevallen een lagere dosis medicijnen nodig dan jongere mensen. Als u een medicijn al vele jaren gebruikt en altijd een herhalingsrecept krijgt, kan het zijn dat de dosis inmiddels voor u te hoog is geworden. Overleg met uw arts of apotheker. U kunt de bijwerkingen van uw medicijn altijd nalezen in de bijsluiter. Ook kunt u informatie over veel medicijnen op de website www.apotheek.nl vinden.
Slaap- en kalmeringsmiddelen
Er zijn kort werkende en lang werkende slaapmiddelen. Kort werkende middelen helpen om in te slapen. Ze zijn de volgende ochtend uitgewerkt. Lang werkende middelen helpen om door te slapen. Er is een kans dat hun versuffende werking `s morgens nog niet voorbij is. Zowel kort als lang werkende middelen werken spierontspannend en versuffend. Ook kalmeringsmiddelen kunnen versuffend en spierontspannend werken. Wie onder invloed van een slaap- of kalmeringsmiddel opstaat (bijvoorbeeld om `s nachts te plassen) kan daardoor moeite hebben om op de been te blijven. Bovendien kan een lang werkend middel ook overdag de kans op vallen groter maken.
Plasmiddelen
Plastabletten worden veel voorgeschreven bij hoge bloeddruk of hartproblemen of wanneer iemand te veel vocht vasthoudt. Ze zorgen voor een versnelde afvoer van vocht uit het lichaam. Dat verlaagt de bloeddruk. Daardoor worden sommige mensen duizelig als ze opstaan uit bed of uit een stoel. Het is dan belangrijk niet te snel op te staan en bij duizeligheid weer even te gaan liggen of zitten. Meestal wordt de duizeligheid minder als het lichaam gewend is aan de lagere bloeddruk.
Middelen tegen hoge bloeddruk
Medicijnen die worden voorgeschreven tegen hoge bloeddruk, zoals bètablokkers, kunnen duizeligheid, sufheid of een licht gevoel in het hoofd veroorzaken. Vaak gaan deze verschijnselen over als het lichaam gewend is aan de lagere bloeddruk. Het is dus vooral van belang alert te zijn op duizelingen als u een nieuw middel voorgeschreven hebt gekregen of een hogere dosis dan u gewend bent.
Middelen tegen depressie
Sommige medicijnen die worden voorgeschreven bij een depressie kunnen sufheid met zich meebrengen. Die sufheid kan een risico met zich meebrengen om te vallen. Het kan helpen om het middel `s avonds in te nemen, zodat de sterkste versuffende werking in de nacht valt.
Middelen tegen epilepsie
Sommige middelen tegen epilepsie kunnen sufheid, duizeligheid en evenwichtsstoornissen veroorzaken. Deze bijwerkingen brengen een valrisico met zich mee. Verandering van de dosering of het tijdstip van inname kan deze bijwerkingen verminderen. Verander nooit zelf uw dosis of innameschema, maar overleg hierover met uw arts.
Voorkómen
Denkt u dat uzelf of iemand waarvoor u zorgt ook een grotere kans loopt op valongelukken door medicijngebruik? Dan kunt u een aantal dingen doen.
Zijn alle medicijnen die worden gebruikt, nog wel nodig?
Hoe meer medicijnen iemand gebruikt, hoe groter het valrisico wordt. Het gebeurt nogal eens dat iemand een middel al jaren slikt zonder dat het zeker is of dat nog wel nodig is. Wie meer medicijnen gebruikt, doet er goed aan met de huisarts of apotheker te overleggen of alle middelen nog nodig zijn en of de gebruikte doses nog kloppen. De apotheker helpt u hier graag mee. Samen kunt u de medicijnen doornemen, om te kijken of ze nog nodig zijn en of ze nog op de juiste wijze gebruikt worden. Denk daarbij ook aan de middelen die zonder recept worden gebruikt. Bij problemen zoekt de apotheker een oplossing en als het nodig is overlegt hij met de arts.
Bijwerkingen melden
Niet alle bijwerkingen van alle medicijnen zijn bekend. Merkt u bijwerkingen op die de kans op vallen vergroten, zoals duizeligheid of spierzwakte? Maak er melding van bij de arts of apotheker. Mogelijk kunt u in overleg met de arts proberen of een ander middel, of een lagere dosis van dit middel, minder bijwerkingen geeft.
In beweging blijven
Wie zich niet fit voelt en daardoor weinig actief is, loopt alleen daardoor al een grotere kans te vallen. Spieren hebben oefening nodig. Als het even mogelijk is, blijf dan in beweging. Zelf boodschappen doen, een eindje wandelen of meedoen met ‘Meer bewegen voor ouderen` (vaak georganiseerd door de Thuiszorg). Alles helpt om een betere conditie te houden en daarmee het risico op ongelukken te verkleinen.
Goed zien
Wie slecht ziet, loopt altijd een grotere kans op ongelukken, met of zonder medicijngebruik. Een goede bril en heldere verlichting kunnen ongelukken voorkomen.
Struikelblokken verwijderen
Losliggende kleedjes en lange snoeren van elektrische apparaten zijn bekende struikelblokken voor mensen die niet goed ter been zijn. Het is zinvol om samen met iemand anders het huis eens door te lopen en de snoeren zo veel mogelijk langs de plint te leiden en de kleedjes vast te leggen of te verwijderen.
Apotheker
De apotheker kan helpen valongelukken door medicijnen te voorkomen.
Voorlichting en advies
Als er een kans is dat een medicijn duizeligheid veroorzaakt of andere verschijnselen waardoor iemand makkelijker kan vallen, kan de apotheker daarop wijzen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Bovendien helpt het soms een medicijn `s avonds voor het slapengaan in te nemen in plaats van `s ochtends. De apotheker kan daarin adviseren. Verander echter nooit zonder overleg het gebruik van uw medicijnen.
Overleg voorschrijvende arts
De apotheker heeft een overzicht van alle medicijnen die iemand slikt. Bij ongewenste combinaties of hoge doseringen kan hij met de voorschrijvende arts overleggen. Samen kunnen zij dan beter afwegen of het zinvol is deze combinatie van middelen in deze doses voor te schrijven.
Bron: Apotheek.nl