Op zoek naar goede mondzorg voor moeder
door Carolien Langendijk - Ingezonden - 14-09-2013
In het voorjaar van 2011 ging ik samen met mijn moeder naar de tandarts voor de halfjaarlijkse controle. Bij het maken van de afspraak geef ik altijd even door dat mijn moeder Alzheimer heeft en vraag ik of de tandarts daar rekening mee wil houden i.v.m. het eventueel uitlopen van het spreekuur. Mensen met dementie kunnen namelijk heel onrustig worden van te lang stil moeten zitten. Ze krijgen dan de neiging om te gaan lopen en vragen zich af waar ze zijn.
Dit gebeurde ook op de bewuste dag in de wachtkamer bij de tandarts. Het spreekuur van de tandarts liep uit en mijn moeder werd alsmaar onrustiger. Toen we na een halfuur wachten eindelijk aan de beurt waren, lukte het met geen mogelijkheid meer mijn moeder in de behandelstoel te krijgen. Er zat niets anders op dan weer naar huis te gaan. Maar al gauw bleek dit makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn moeder was zó onrustig dat ze op weg naar de auto in het winkelcentrum alle mensen aanhield die we tegenkwamen. ,,Mevrouw, meneer, hallo, hallo”, riep ze ,,ze doet vervelend”, wijzend naar mij.
Ik legde uit dat mijn moeder Alzheimer heeft en vertelde wat er gebeurd was bij de tandarts. De mensen waren zeer begripvol en meelevend. Op de parkeerplaats aangekomen lukte het mij niet om mijn moeder mee te nemen naar de auto. Voor geen prijs wilde ze meer met mij mee. Na van alles geprobeerd te hebben, was ik genoodzaakt om mijn vader te bellen.
Uiteindelijk hebben wij haar samen opgetild en schreeuwend in vaders auto gekregen. Met mijn eigen auto reed ik achter ze aan. Na een ritje van tien minuten stapten we thuis uit de auto. ,,Dag mam”, zei ik. ,,Hé hallo”, zei ze, ,,fijn dat je er bent”. ,,Kom ga lekker mee naar binnen, dan gaan we koffie drinken.”
Naar aanleiding van dit incident begon ik een zoektocht op internet naar een andere tandarts, eentje die met mensen met dementie om kan gaan. Ik kwam in eerste instantie uit bij een tandarts in Den Helder. De assistente vertelde mij per telefoon dat er maar een aantal tandartsen in het land zijn die mensen met dementie in hun praktijk kunnen behandelen.
Helaas kunnen mensen met dementie niet vanuit de thuissituatie naar een verpleeghuistandarts, omdat de zorgverzekeraar dan niet vergoedt. Ook de Stichting Bijzondere Tandheelkunde, ACTA en het tandartsbemiddelingsbureau konden mij in eerste instantie telefonisch niet vertellen bij welke tandarts ik terecht kon met mijn moeder.
Het bleek dat ik nu toch met een groot probleem zat en dat baarde mij zorgen. Mijn moeder, die altijd zo trouw twee keer per jaar naar de tandarts ging en zo zuinig was op haar gebit en dat ook op mij overdroeg, die kon ik nou toch niet aan haar lot overlaten? Ik moest er niet aan denken dat ze kiespijn zou krijgen en dan onder narcose geholpen moest worden. Dementie is al verschrikkelijk genoeg!
Ik besloot het het bestuur van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) aan te schrijven met het verzoek dit onderwerp bespreekbaar te maken in hun organisatie en onder de aandacht te brengen in de vakgroep tandheelkunde. Tevens verzocht ik om de problematiek omtrent dementie in de toekomst op te nemen in de opleiding tandheelkunde.
Ik weet nog goed dat ik de brief op zondag zowel per mail als per post verstuurde. Toen ik terugkwam van de brievenbus, zag ik tot mijn verbazing dat er al gereageerd was op mijn mail vanuit het bestuur. Het was Marjoke Vervoorn, directeur onderwijs ACTA. Ze liet mij weten dat zij ervoor zou zorgen dat dit onderwerp op de agenda van ACTA kwam en dat ze mij later hierover zou informeren.
Een halve week daarna werd ik gebeld door Dyonne Broers, directeur zorg Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) in Amsterdam. Marjoke Vervoorn had haar op de hoogte gesteld van mijn probleem met mijn moeder. Ik kreeg een uitnodiging om met mijn moeder naar SBT in Amsterdam te komen voor een behandeling. Hiervoor had ik wel een verwijsbrief van de huistandarts nodig.
Een week later was er opnieuw een mail van Marjoke Vervoorn. De betrokken docenten van ACTA hadden aangegeven dat het curriculum toereikend is om mensen met dementie adequaat te kunnen verzorgen. Het eerste jaar van de masteropleiding besteedt uitgebreid aandacht aan de specifieke problematiek van oudere, kwetsbare en zorgafhankelijke mensen. Het accent zou vooral liggen op de algemene praktijk. Tevens zou bij de introductie van de 3-jarige Master naast het theoretisch onderwijs ook een stage aangeboden worden waardoor studenten praktijkervaring opdoen met zorgafhankelijke ouderen in zorg- en verpleeghuizen.
Het feit dat er binnen een week zo adequaat gereageerd werd op mijn vraag om mijn dementerende moeder te helpen met tandheelkundige zorg, zegt iets over deze organisatie van topklasse.
Omdat mijn moeder in datzelfde jaar getroffen werd door een TIA, moest ik mijn bezoek aan SBT even uitstellen. Inmiddels kom ik daar nu al bijna twee jaar, 3 à 4 keer per jaar, en keer op keer word ik opnieuw verrast door de warme ontvangst en de liefdevolle manier waarop de medewerkers van SBT bij binnenkomst vanaf de receptie tot in de behandelstoel met mijn moeder omgaan.
In 2012 ben ik samen met Dyonne Broers, directeur zorg SBT, Elly Duijf, directeur Innovatiekring Dementie IDé en Prof. dr. Erik Scherder, neuropsycholoog VU, de werkgroep mondzorg bij kwetsbare ouderen gestart met als doel professionals en familie bewust te laten worden van de noodzaak van goede mondzorg bij ouderen. Met het landelijk implementatieproject ‘Goede mondgezondheid voor kwetsbare ouderen’ willen we de mondzorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen en mensen met dementie verbeteren. Want als de mondzorg thuis goed loopt, zal de mondgezondheid bij een eventuele opname in de laatste levensfase in orde zijn en is er routine in goede mondverzorging.
In het voorjaar van 2013 hebben een aantal medewerkers van TSN thuiszorg, die mijn moeder thuis verzorgen, met medewerking van SBT, poetsinstructies gekregen van een mondhygiëniste bij mijn moeder thuis. Hier staat het filmpje dat we maakten van de instructie die de mondhygiëniste thuis gaf.