Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Fijne fysieke woonomgeving

Redactioneel - 09-12-2022

 

Wandelen op landgoed GrootenhoutDe woonomgeving bestaat uit een fysieke en een sociale woonomgeving. De fysieke woonomgeving wordt gevormd door de indeling en inrichting van de woning  en de buitenruimte. De sociale woonomgeving wordt gevormd door mensen, hun aanwezigheid, gedrag en betekenis. In dit overzichtsartikel kijken we naar het fysieke deel: hoe kunnen we bevorderen dat mensen met dementie in de fysieke woonomgeving zo weinig mogelijk last ervaren van hun aandoening? Hoe kunnen we bevorderen dat zij zich daar geborgen en goed voelen en zich vrij en veilig kunnen voortbewegen? 

Inhoudsopgave:

  1. Gevolgen van dementie en aandachtspunten voor de fysieke woonomgeving
  2. Extra aandachtspunten voor de fysieke woonomgeving in woonzorgcentra
  3. Extra aandachtspunten voor de fysieke woonomgeving thuis
  4. Over open en gesloten deuren 

1. Gevolgen van dementie en aandachtspunten voor de fysieke woonomgeving

Dementie verandert de manier waarop de persoon de woonomgeving waarneemt:

  • Voorwerpen worden steeds moeilijker herkend en nieuwe beelden worden steeds minder goed opgeslagen. Vooral voorwerpen die pas later in het leven kwamen, worden in de loop van de dementie niet meer herkend. Modern meubilair bijvoorbeeld, push-to-open kastdeuren of rolgordijnen. 
  • Zintuigelijke prikkels, zoals beelden en geluid kunnen steeds moeilijker gefilterd en verwerkt worden.
    Galmend geluid of geluid uit verschillende hoeken is moeilijk of niet meer te herkennen. Een drukke inrichting of wandbekleding kan tot desoriëntatie leiden. In een volledige witte badkamer smelt alles samen. Een zwart vlak op de grond kan voor een gat worden aangezien. 
  • Bij een teveel aan prikkels kunnen mensen met dementie onrustig of geagiteerd worden, of zich afsluiten. Bij te weinig prikkels kunnen mensen met dementie zelf prikkels gaan creëren , bijvoorbeeld door aan de wandel te gaan, geluid te maken, plukken aan dingen, of onrustig bewegen.

We helpen mensen met dementie als we hier rekening mee houden bij de inrichting van de woning en de buitenruimte. De basisprincipes voor zowel thuis als woonzorginstellingen: 

a.    Helder interieurDe woning bevat meubels, apparaten, stoffering en accessoires die voor de bewoner met dementie herkenbaar zijn en betekenis hebben 

b.    De woning is zo ingericht dat de bewoner met dementie daarin zoveel mogelijk vrij en veilig zelf de weg kan vinden

  • Dingen staan op voorspelbare, vaste plekken. 
  • Ruimtes zijn goed verlicht. 
  • Er zijn heldere looplijnen, zonder onnodige obstakels. 
  • ‘s Nachts is er automatische verlichting bij het opstaan, en zonodig een lichtsnoer naar de wc of badkamer.
  • Contrasterende kleuren vergroten de zichtbaarheid en herkenbaarheid van dingen die belangrijk zijn. Bijvoorbeeld een donkere wc-bril op een witte toiletpot. 
  • Zonodig zijn er op deuren symbolen of pictogrammen die duidelijk maken welke ruimte zich daarachter bevindt.
  • Geen losliggende tapijten, tegels of andere objecten waarover je kunt struikelen.
  • Antislipvloer in de badkamer.
  • Veilige trappen: goede antislip strips en handgrepen. En nog beter: antislip strips in reflecterende of contrasterende kleuren zijn. Traphekjes kunnen helpen om trappen te beveiligen, maar later in de dementie kan het risico ontstaan dat de bewoner erover wil klimmen. 
  • Inductiekookplaat in plaats van een gastoestel, ook als degene niet (meer) zelf kookt.

c.    Overprikkeling wordt voorkomen

  • Zachte materialen zorgen voor een goede akoestiek. 
  • Niet te veel spullen en kleuren geeft de ogen rust. 
  • Kamers zijn niet te groot, of zijn op een overzichtelijke manier in compartimenten verdeeld. Er dringen geen geluiden van buiten de kamer binnen.
  • Vanaf de zitstoel kan de bewoner de ruimte overzien en heeft deze zicht op de kamerdeur, zodat binnenkomers niet verrassen.

d. Onderprikkeling wordt voorkomen

De fysieke woonomgeving biedt de bewoner met dementie gedoseerd betekenisvolle positieve prikkels, onder meer met:

  • geuren uit de keuken;
  • mooie zacht bewegende dingen; 
  • planten;
  • dieren;
  • uitzicht op buiten, de natuur. 

De fysieke woonomgeving stimuleert de bewoner met dementie om dingen te doen en ervaren die betekenis voor hem/haar hebben

  • Bijvoorbeeld koken, tuinieren, badderen, hobby’s, mensen ontmoeten.

e. De woning biedt privacy

Het is voor de bewoner met dementie en diens huisgenoten mogelijk om zich op een plezierige manier terug te trekken, alleen of met bezoek.

f. De woning biedt overdag voldoende daglicht, ’s avonds getemperd licht, ’s nachts is het voldoende  donker

Voldoende daglicht wordt eventueel ondersteund met daglichtlampen en door de zitstoel bij het buitenraam te plaatsen. 

2. Extra aandachtspunten voor woonzorginstellingen

  • Zorg voor een tuin waarin voor bewoners wat te beleven is en waartoe zij vrij toegang hebben.
  • Zorg dat bewoners in huis vrij zicht hebben op deze tuin.
  • Zorg ervoor dat er mogelijkheden zijn voor besloten samenzijn met bezoek.
  • Zorg ervoor dat partners of andere naasten kunnen blijven slapen. Voor de gezelligheid, of om steun te bieden bij ziekte zoals een delier (rooming-in).
  • De entree beïnvloedt de verwachtingen, emoties en gedrag van bezoekers. Zorg er dus voor dat er bij de entree direct een huiselijke sfeer is die uitnodigt tot een betekenisvol bezoek.
  • Zorg ervoor dat bewoners zoveel mogelijk vrijheid kunnen ervaren, en beperk deze vrijheid alleen als er geen andere oplossingen zijn om een ‘ernstig nadeel’ te bestrijden en als de beperking bijdraagt aan de persoonlijke levenskwaliteit. Met slimme sloten kan een deur voor de ene bewoner open zijn en voor de ander op slot. Slimme liften blijven voor de ene gebruiker stil staan en brengen de ander waar hij wil. 
  • Vaak worden ‘alsof-dingen’ gebruikt. Een bushalte in de tuin, plafondstickers die een wolkenlucht suggereren, buitendeuren die eruitzien als boekenkast, levensechte robothuisdieren. Ze zijn bedoeld om het welzijn van mensen met dementie verhogen, maar doen ze dat ook op een goede manier? Filosoof Ike Kamphof en gezondheidswetenschapper Ruud Hendriks van de Universiteit Maastricht deden er samen onderzoek naar en stellen vast dat met ‘alsof-dingen’ belangrijke ethische waarden in het geding zijn: autonomie, menselijke waardigheid, echtheid, vertrouwen en je eigen integriteit als zorgverlener of ontwerper. En: ‘Mensen met dementie worden vaak onderschat. Ze denken zeker niet altijd dat deze dingen echt zijn’, zegt Kamphof. ‘Mensen met dementie zijn extra kwetsbaar voor het verlies van vertrouwen in hun sociale en materiële omgeving’. 

Sommige woonzorginstellingen creëren een bepaalde leefstijl waarin bewoners zich kunnen herkennen. In 2010 was De Hogeweyk in Weesp daarvan het eerste voorbeeld, een wijk met 27 groepswoningen en 4 leefstijlen.  Zorgboerderijnen leggen accent op een landelijke leefstijl, met dieren en groen. Zie bijvoorbeeld Ouderenlandgoed Grootenhout of Reigershoeve. Er zijn ook huizen speciaal voor mensen met een migratieachtergrond. Noom zette ze in een overzicht.

3. Extra aandachtspunten voor thuis

Als iemand met dementie alléén woont kan er zorg ontstaan over het binnenlaten of binnendringen van kwaadwillende bezoekers. Camerasystemen kunnen daar misschien iets in betekenen, al is het de vraag of kwaadwillend bezoek daarmee voorkómen kan worden. Daarnaast  grijpen camera’s in op iemands privacy. Het is dan ook goed om je eerst af te vragen hoe reëel het gevaar is én of er geen andere oplossingen zijn. Bijvoorbeeld met afspraken en door de buitenkant van de woning niet te laten uitstralen dat er een kwetsbaar persoon woont.  Een sleutelkastje bij de voordeur geeft bijvoorbeeld die uitstraling. Een nepcamera kan er overigens ook aan bijdragen dat kwaadwillenden het huis niet opzoeken. 

4. Over open en gesloten deuren 

Om te voorkomen dat iemand verdwaalt, kun je deuren op slot doen. Maar hiermee wordt iemands persoonlijke vrijheid, bewegingsmogelijkheden en leefplezier beperkt. En tegenwoordig zijn er andere manieren om verdwalen tegen te gaan: 

  • Sámen veel naar buiten gaan is niet alleen prettig, het vermindert ook de kans dat iemand ongezien alleen op pad gaat.
  • Als je in de eigen buurt samen vaste routes loopt, kan die route ingeprent blijven, ook bij het zelfstandig buiten zijn. Ook nieuwe vaste routes kunnen met veel herhaling ingeprent worden. 
  • Als je zorgt voor goed contact met buurtgenoten en winkelpersoneel, kunnen zij bijspringen als dat nodig is.
  • Met een GPS track & trace apparaatje  kun je op de mobiele telefoon of computer zien waar iemand is. Ook zijn er alarmsysteempjes waarmee de persoon met dementie zelf kan laten weten hulp nodig te hebben. Sommige systemen hebben zelfs een automatische spreek-luisterverbinding. Het aanbod hiervoor groeit jaarlijks en is via internet te vinden.

    Lees hier het voorbeeld van de heer De Bruin die niet opgesloten wilde zijn in de ‘gesloten afdeling’, en vanuit de woonzorginstelling zelfstandig zijn buitenwandeling langs de vaart leerde maken.

    Met slimme sloten en GPS zorgen intussen steeds meer woonzorgcentra ervoor dat hun bewoners zo veel mogelijk vrijheid en veiligheid behouden. Zie hier twee praktijkvoorbeelden:

E-learning

Het CCE maakte voor zorgmedewerkers een e-learning over de invloed van de fysieke omgeving bij dementie.

over de invloed van de fysieke omgeving bij dementie

Meer lezen over tuinen en buitenbeleving mogelijk maken:

Meer lezen over andere thema’s:

Rozet Zorg voor Levenskwaliteit Dit artikel maakt deel uit van de serie artikelen Zorg voor levenskwaliteit bij dementie
Toon alle gerelateerde artikelen