Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Voor DCM-zorg is onvoorwaardelijke inzet nodig

Redactioneel - 28-10-2014

Dementia Care Mapping (DCM) is een vorm van persoonsgerichte zorg: met nauwkeurige observaties worden de behoeften van mensen met dementie gepeild om daarna daarin te kunnen voorzien. Toch is succes niet vanzelfsprekend. Dat laat een promotieonderzoek van het Radboudumc zien.

Probleemgedrag/onbegrepen gedrag is in veel instellingen een bron van frustratie, zowel voor de cliënt als voor het personeel. DCM leert verzorgenden en behandelaars anders met dit gedrag om te gaan. Door nauwkeurig te observeren wat de factoren zijn die dit gedrag uitlokken of verergeren, kan een team naar oplossingen zoeken. 

Een voorbeeld: een man die regelmatig probeert door de gesloten te deur te ontsnappen, bleek op die momenten behoefte te hebben aan buitenzijn en in de tuin werken. Onzekerheid en schrikreacties op onverwachte situaties zijn ook vaak bronnen van onbegrepen gedrag. Het artikel 'DCM biedt nu ook ondersteuning thuis'  geeft een beeld van hoe het DCM-proces in zijn werk gaat. 

Onderzoek

Maar bij DCM kun je niet met halve maatregelen toe, zo blijkt uit het promotieonderzoek van Geertje van de Ven van het Radboudumc in Nijmegen. Zij onderzocht wat DCM voor cliënten oplevert in vergelijking met ‘normale' zorg. Voor het onderzoek werd in zeven Nederlandse verpleeghuizen met DCM gewerkt. In de controlegroep van zeven andere verpleeghuizen niet. Aan het eind van de proef vond de onderzoeker nauwelijks verschillen in effectiviteit, anders dan in buitenlandse onderzoeken, die wel positieve effecten lieten zien.  
Hieruit mag echter niet worden geconcludeerd dat DCM niet werkt, stelt de onderzoeker. Daarvoor werd de DCM binnen het onderzoek niet consequent genoeg uitgevoerd, door oorzaken als motivatie-, tijd- en personeelsgebrek. Goede intenties alleen zijn niet genoeg om DCM te laten slagen. 

Van de Ven zegt in een interview in Nursing hierover dat verzorgenden en leidinggevenden moeten weten waarvoor de DCM observatie bedoeld is, zodat ze gemotiveerd zijn om het uit te voeren. En als leidinggevende moet je een verzorgende ook echt vrijplannen voor het doen en uitwerken van de observaties en ervoor zorgen dat de uitkomsten besproken kunnen worden met iedereen die daar bij hoort te zijn. Hier zitten de bottlenecks die een instelling moet overwinnen om DCM succesvol toe te passen. ‘DCM kost wat extra tijd, maar het kan uiteindelijk ook tijd opleveren omdat cliënten dan minder geagiteerd zijn’, is haar stelling.

Bronnen

Toon alle gerelateerde artikelen