Ouderen en revalidatie: hoe zit dat nu?
door Elly Molendijk - Redactioneel - 10-06-2013
De revalidatiezorg voor kwetsbare ouderen thuis en in het verzorgingshuis is sinds 1 januari 2013 overgeheveld van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ouderen die in een verpleeghuis wonen vallen buiten de nieuwe regeling: hun revalidatie blijft via de AWBZ lopen.
GRZ
In de Zvw is een speciale regeling gemaakt voor kwetsbare ouderen die moeten revalideren na een ziekenhuisopname: de GRZ, geriatrische revalidatiezorg.
GRZ in het kort:
|
Voor wie?
De GRZ is bedoeld voor kwetsbare ouderen met een revalidatiebehoefte na een ziekenhuisopname. Vaak gaat het om herstel na een CVA of een heup- of knie operatie. ‘Kwetsbaar’ wil hier zeggen dat ze ook nog andere problemen hebben waardoor ze minder goed kunnen trainen en leren. Denk bijvoorbeeld aan psychogeriatrische problematiek, problemen met de bloedsomloop, het bewegingsapparaat en/of stofwisselingsstoornissen. Niet-kwetsbare ouderen kunnen terecht bij de gewone fysiotherapie of revalidatiekliniek.
Maar niet alle kwetsbare ouderen komen in aanmerking voor de GRZ. Alleen als hun situatie voldoet aan een aantal voorwaarden:
- de revalidatie is voorafgegaan door een ziekenhuisopname van minstens 24 uur
- de vereiste revalidatiezorg is multidisciplinair
- de behandeling duurt maximaal zes maanden
- de revalidatie is gericht op terugkeer naar thuis of het verzorgingshuis
- de revalidatie begint met een klinische opname in een organisatie die geriatrische revalidatiezorg biedt.
Wie niet aan deze voorwaarden voldoet, moet zelf via de fysiotherapeut revalideren. En als zelfstandig wonen niet meer kan, moet hij uitwijken naar de AWBZ ‘zorg met verblijf’.
In het ziekenhuis vindt een zogenoemde triage plaats: een beoordeling van een team van artsen aan de hand van het ziektebeeld en de kenmerken van de patiënt. De GRZ is een zogenaamde DBC, een diagnosebehandelcombinatie, en alle DBC’s worden zo beoordeeld.
Knelpunten
Uit een verslag van een bijeenkomst van instellingen die geriatrische revalidatie in hun pakket hebben, blijkt dat de beoordeling of iemand voor GRZ in aanmerking komt nog niet overal uniform verloopt. Sommige cliënten krijgen een ZZP6-indicatie (AWBZ) terwijl ze eigenlijk kunnen revalideren met een GRZ-DBC. Andere cliënten krijgen een GRZ-DBC terwijl een langer revalidatietraject met een ZZP9b op zijn plaats zou zijn. Daarbij is het voor het ziekenhuis soms lastig in te schatten of de patiënt voldoende leervermogen heeft en of hij het zes-maandentraject gaat halen. Artsen weten dan vaak niet wat ze moeten doen.
Actiz signaleert een aantal groepen patiënten met revalidatiebehoefte die buiten de boot dreigen te vallen, doordat ze
- (tijdelijk) niet kunnen terugkeren naar huis
- pas een revalidatiebehoefte hebben na langere herstelzorg
- spijtoptanten zijn, die na de ziekenhuisopname naar huis gingen en daar toch revalidatiezorg nodig blijken te hebben.
Alleen door noodmaatregelen zijn deze mensen nog in te passen in de GRZ, bijvoorbeeld door een extra dagopname in het ziekenhuis voorafgaand aan de revalidatiezorg.
Stand van zaken
Navraag bij Actiz leert dat het nog te vroeg is om te beoordelen of de invoering van de GRZ een succes is. Voorlichter Patricia Geerts: "We merken dat er knelpunten zijn. Naar schatting 5 tot 10 procent van de revalidatievraag uit deze groep kwam binnen via de spoedeisende hulp en verpleeghuizen. Bij deze groep treden nu knelpunten op." Ook zal, door de aangescherpte voorwaarden, een deel van de clienten nu niet meer in GRZ terecht komen maar in de gewone eerstelijns fysiotherapie en gaan anderen via een achterdeur in de AWBZ. "Er kan dan sprake zijn van niet-passende zorg. Het zijn lastige tijden voor instellingen, er verandert op dit moment veel in de hele AWBZ."
Normaal gesproken keert tot 70 procent van de patiënten van een revalidatieafdeling terug naar huis, vertelt Geerts. De rest gaat naar een verpleeghuis voor langdurend verblijf.
De nieuwe regeling kan ongewenste bij-effecten hebben. Bijvoorbeeld onnodige ziekenhuisopnames om aanspraak te kunnen maken op de GRZ. Of juist te weinig zorg. Een echt overzicht van de effecten heeft Actiz nog niet. "Maar," zo zegt Geerts, "we krijgen al wel signalen dat er meer opnames zijn in het ziekenhuis en dat de instroom in de revalidatie-instellingen aan het afnemen is. Echte duidelijkheid krijgen we pas als de jaarcijfers bekend zijn." Er is al wel een positief effect waarneembaar. Geerts: "De relatie tussen ziekenhuis en verpleeghuizen is duidelijk versterkt."
Casussen
|