Wanneer ga ik naar huis?
Redactioneel - 16-11-2017
Landgoed Grootenhout: niet een residentie voor de adel, maar een heel bijzonder woonzorgcentrum en dagverblijf voor ouderen met dementie. Een ouderwets klein landelijk dorpje rond vijf groepswoningen van 6 – 8 bewoners en een dorpshuis. IDé sprak directeur Noudje van Bussel en manager Francien van de Ven over hun visie en aanpak.
Wanneer ga ik naar huis?
Naarmate de dementie vordert, wordt het korte termijn geheugen minder en gaan mensen meer in het verleden leven. Vaak missen ze dan het oude vertrouwde thuis van vroeger. Ze willen naar huis. Hoe zit dat bij Grootenhout? Manager Francien van de Ven: ‘Ook bij ons vragen veel bewoners regelmatig ‘wanneer ga ik naar huis?’ Maar bij ons is dat niet zo’n pijnlijke vraag, want in alle eerlijkheid kunnen wij dan zeggen ‘om vijf uur wordt u opgehaald’. Aan het eind van de dag gaan mensen immers vanuit de dagbesteding echt weer naar hun huis. Niet dat daarmee alles makkelijk gaat. Aan het nieuw thuis moet je vaak extra aandacht geven. Een bewoonster miste elke dag haar oude thuis als ze thuiskwam in de groepswoning. Dat was heel verdrietig. Daarom zorgden we ervoor dat ze direct bij thuiskomst altijd opgevangen werd. De medewerkster liep dan met haar door haar eigen kamer en samen bekeken ze alle spulletjes, met veel liefdevolle woorden voor de kinderen die dit allemaal zo mooi voor haar ingericht hadden. Een dagelijks ritueel dat haar hielp te landen en zich weer geborgen te voelen’.
Veiligheid
De Grootenhout is een open instelling met veel bewegingsruimte. Maar hoe zit het met de veiligheid? Directeur Noudje van Bussel: ‘Wij proberen de mensen in een zo veilig mogelijke omgeving zo veel mogelijk geluksmomenten te bezorgen. Maar onder veilig verstaan wij niet het wegnemen van alle dagelijkse gevaren’.
Grootenhout is niet overal drempelloos en de trappen zijn ook niet wat je verwacht in een woonzorgcentrum. ‘Toch’, zegt Francien, ‘hebben wij niet meer valincidenten dan elders. Ik denk dat dit komt doordat mensen bij ons veel bewegen en alerter blijven. Onze vaste fysiotherapeut helpt mensen die dat nodig hebben bovendien om lopen en evenwicht te trainen. Hij houdt hier twee keer per week praktijk.’
Het terrein van Grootenhout kent op strategische plekken wel poortsloten die niet makkelijk te openen zijn, maar het terrein als geheel is niet afgesloten. Toch loopt zelden of nooit een bewoner van het terrein af. ‘Onze mensen voelen zich vrij om te gaan en daarom blijven ze’, zegt Francien. Peter (72) was een uitzondering. Regelmatig liep hij het terrein af naar zijn oude huis. Francien: ‘Peter kende de weg naar huis nog heel goed. Maar natuurlijk wilden we voorkomen dat hij toch zou verdwalen. In overleg met zijn familie hebben we hem toen een GPS tracker meegegeven. Tegelijkertijd wisten we dat dit niet eeuwig zou kunnen duren; op een gegeven moment zou hij de weg níét meer weten. Daarom hebben we aan de familie gevraagd om hem niet meer mee te nemen naar zijn oude thuis’. ‘Als we die prikkel wegnemen, zullen zijn wandelingen naar zijn voormalige woonplaats vanzelf stoppen’, zegt Noudje van Bussel. ‘Over een tijdje weet hij niet beter. Grootenhout is zijn nieuwe thuis.’
‘Ja-stand’
Soms doen mensen met dementie dingen waarvan je weet dat ze risicovol zijn. Of wil iemand dingen níét, waarvan jij weet dat ze wel belangrijk zijn, zoals douchen, tandenpoetsen, of medicijnen innemen. Dwang ligt dan op de loer, hoe voorkomen ze die bij Grootenhout?
Francien: ‘Ik heb vroeger in de marketing gewerkt en daar leerde ik al dat je mensen in de ‘ja-stand’ moet brengen om iets gedaan te krijgen. In de zorg voor mensen met dementie is dat niet anders. Vaak wordt je uitleg niet begrepen, of voelt iemand niet gelijk voor je voorstel of uitnodiging. In onze scholing leren we medewerkers: stel dan eerst een paar vragen die iemand vanzelf met ‘ja’ beantwoord. Dan volgt op het andere voorstel meestal ook vanzelf een ‘ja’. Dit noemen we ook wel ‘verleidingskunst’. Dwang is slecht en niet nodig.’
Automatische beeldpatronen
Red je het altijd met verleiden? Francien: ‘Er is ook méér nodig. Weten wat iemand gewend is bijvoorbeeld. Laatst kwam een verzorgende bij mij omdat een bewoonster zich ineens niet meer zelf kon aankleden. Zelfs aanwijzingen begreep zij niet, zei de verzorgende. Wat bleek? Het probleem ging over de BH. Mevrouw was gewend om deze aan te trekken als een onderrok: via de voeten naar boven en dan bandjes over de schouder. Toen ze dat niet meer automatisch deed en ontredderd zat te kijken, gaf de verzorgende de aanwijzingen zoals een BH gebruikelijk wordt omgedaan. Maar mevrouw begreep daar niets van en raakte overstuur. Toen de verzorgende bedacht hoe mevrouw het zelf altijd deed, lukte het wel. Als ze de BH bij de voeten aangaf kwamen bij mevrouw de automatische beeldpatronen in het geheugen terug, waardoor zij als vanzelf – vanuit het onbewuste - weer wist wat te doen’.
Medewerkers en vrijwilligers
Kan iedereen bij Grootenhout werken? Francien: ‘Belangrijk is dat je de juiste instelling hebt en dus vooral goed kunt omgaan met mensen met dementie. Voor zorgtaken is een goede beroepsopleiding belangrijk, voor de rest gaat het om kwaliteiten die je in je moet hebben en ook elders kunt ontwikkelen. Zo hebben we voor de dagbesteding onlangs een elektricien aangenomen die als vrijwilliger had laten zien geweldig goed met de deelnemers om te kunnen gaan. Mensen die die omgangskant niet in zich hebben, nemen we niet aan, ook niet als vrijwilliger. Veel mensen willen bij ons werken, elke week krijgen we wel een sollicitant. Bij ons verdien je iets minder dan op veel andere plekken, maar bij ons kom je wel altijd blij thuis van het werk’.