Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Samen oud worden

Door Naomi Aanstoot - Redactioneel - 24-06-2009

Je hebt een lang en goed leven met elkaar gedeeld, maar dan moet je uit elkaar. Dat kan gebeuren als de diagnose dementie valt en één van de twee naar een verpleeghuis moet. Maar het kan ook anders. Stichting Groenhuysen in Roosendaal bracht het echtpaar van Ginneken weer bij elkaar.

We schrijven begin 2005. Meneer en mevrouw van Ginneken hebben het goed samen thuis. Maar dan wordt meneer van Ginneken ziek. Een griep gaat over in tuberculose en in het ziekenhuis wordt bij hem ook nog eens de diagnose dementie gesteld. Als hij enigszins hersteld is, verhuist hij naar de gesloten afdeling in Centrum voor wonen en zorg de Brink/Verpleeghuis Moerweide van Stichting Groenhuysen.

Ongelukkig en eenzaam
‘Intussen zat onze moeder ongelukkig en eenzaam thuis,’ vertellen hun kinderen Pieter en Ghislaine. ‘De scheiding leverde veel stress op waardoor zij zelfs waanideeën kreeg. Zij werd opgenomen op de crisisopvang. Later ging zij, op ons verzoek, naar een verzorgingsafdeling.’
Pieter en Ghislaine gaan op zoek naar een tehuis waar hun vader en moeder samen kunnen blijven wonen. Helaas, zo’n plek vinden zij niet. De beste optie is een tehuis waar hun ouders onder één dak wonen, maar wel op verschillende afdelingen: Centrum voor wonen en zorg de Brink/Verpleeghuis Moerweide. Dat betekent: meneer in verpleeghuis Moerweide en mevrouw op de verzorgingsafdeling van de Brink, beide huizen verbonden door een wintertuin.

Verzorgenden in actie
Eind 2006 verhuisde moeder naar De Brink. Ghislaine: ‘Het ging niet goed. Mijn moeder miste haar man heel erg. Ze was ook steeds minder in staat om zelf het bezoek aan hem te regelen. Vereenzaamde op de verzorgingsafdeling waar ze in haar eigen appartement woonde. Intussen had zij ook de diagnose dementie gekregen. Daarom verhuisde moeder naar afdeling Zonnewende, bestemd voor mensen met dementie.’ Zonnewende is een afdeling met kleinschalig wonen in de Brink en uniek in zijn soort, omdat het een tussenvorm is van verzorging en verpleging. ‘De verzorgenden van deze afdeling zagen het grote verdriet van mijn moeder,’ vervolgt Ghislaine. ‘Zij kenden ook mijn vader en dachten dat hij best op afdeling Zonnewende zou passen.’ De verzorgenden kwamen in actie en probeerden de twee weer samen te krijgen.
Mariska van de Heiden, zorgcoördinator: ‘Ik zag dat mevrouw van Ginneken intens verdrietig was, omdat zij haar man zo miste. Daarom wilden wij hen graag herenigen. Op Zonnewende proberen wij de wensen van onze cliënten te verwezenlijken.’

Nodig voor moeder
De verzorgenden van het verpleeghuis en de kinderen van Ginneken waren nog niet op het idee gekomen. Dit, omdat meneer van Ginneken nooit aangaf zijn vrouw te missen. ‘De verhuizing was niet echt nodig voor mijn vader,’ zegt zoon Pieter. ‘Maar wel voor mijn moeder.’

Toen iedereen het nut van de hereniging inzag, was het samenwonen van het echtpaar zó geregeld. Coby van Reijen, manager: ‘Met het terugplaatsen van cliënten van de verpleegafdeling naar Zonnewende hadden de managers en verzorgenden al ervaring. Ook was er een tweepersoons slaapkamer beschikbaar en de gezamenlijke woonkamer is groot genoeg voor een extra bewoner.’

Muur afbreken
De kinderen van Ginneken zagen aanvankelijk nog wel enige risico’s. Bijvoorbeeld dat moeder de regie over vaders leven zou nemen. Dat ze ruzie zouden krijgen. Of dat de zorg voor vader niet toereikend zou zijn. Maar de verzorgenden hadden er vertrouwen in. Daarom wilden de kinderen graag meewerken aan de hereniging. ’Ze waren al zo lang samen,’ zegt Pieter. ‘Daarna werd er een muur tussen hen gezet. Dat kan toch niet! Als familie waren we niet in staat die muur af te breken, maar toen de verzorging van Zonnewende het initiatief nam, wilden wij graag meewerken.’ Medio 2008 was het echtpaar eindelijk weer samen.

Je verlangt naar elkaar
Waarom worden de meeste partners van elkaar gescheiden, maar kan het echtpaar van Ginneken wél samenwonen? Zorgcoördinator Mariska: ‘Zonnewende zit tussen een verzorgings- en verpleeghuis in. Juist daarom is dit mogelijk. De verzorging heeft niet zo veel structuur als in een verpleeghuis, en is minder betuttelend. Hier zitten mensen met dezelfde mate van dementie bij elkaar. Ook is meneer van Ginneken veel beter geworden en heeft dus geen verpleging meer nodig.’ Beter geworden, omdat hij in het verpleeghuis bij mensen met ernstige dementie woonde. Dat deed hem geen goed. Op afdeling Zonnewende ging hij dan ook beter functioneren.

Meneer en mevrouw van Ginneken krijgen dezelfde zorg en activiteiten aangeboden en mogen zelf beslissen of ze mee willen doen. Mevrouw van Ginneken geeft aan dat het nog niet helemaal ideaal is: ‘Buiten je slaapkamer ben je hier nooit echt met z’n tweeën, er zijn altijd andere mensen bij.’ Maar ze is heel gelukkig dat zij en haar man weer samen zijn: ‘Je verlangt gewoon naar elkaar.’