Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Poppen? Prima, maar let wel op

Door Eline Brekelmans - Redactioneel - 16-10-2008

Sommige ouderen met dementie houden van poppen. Geef ze dan ook een pop, zeggen Engelse onderzoekers. Daar doe je deze ouderen een groot plezier mee. Let echter wél op problemen die zich soms voordoen. 

Wat hebben we aan dit onderzoek?
De onderzoekers wilden op een systematische manier het gebruik van poppen bij ouderen met dementie onderzoeken.  Dit zijn hun conclusies:

Positief
Volgens de verzorgenden in dit onderzoek dragen poppen bij aan het welzijn van mensen met dementie:

  • Ze werden actiever;
  • hadden meer contact met het personeel en de andere bewoners;
  • leken vrolijker;
  • de poppen hadden een kalmerend effect;
  • en ze waren meer geïnteresseerd in persoonlijke zorgactiviteiten.



Negatief
De onderzoekers constateerden echter ook negatieve effecten. Deze worden ook in andere onderzoeken genoemd, te weten:

  • Er ontstaat soms onenigheid over van wie de pop is.
  • Bewoners proberen de poppen te voeren.
  • Soms investeren de bewoners wel erg veel in hun pop. En hebben ze geen interesse meer in hun medebewoners.
  • Soms zorgen de poppen ervoor dat een aantal bewoners zich te druk maken. Hierdoor worden ze ontzettend moe.
  • Niet iedereen is even enthousiast over het gebruik van de poppen. Familieleden kunnen het als vernederend beschouwen.
  • Sommige mensen noemen het gebruik van poppen ‘kinderlijk’. En verwijzen  naar het feit dat deze ouderen worden behandeld alsof ze in een tweede kindertijd zitten. Met daarbij weinig tot geen herkenning van hun levenstijd vol ervaringen, waardoor er nauwelijks onderscheid wordt gemaakt tussen de ouderen en een kind.


Details over het onderzoek
Vooraf
Vóórdat het gebruik van poppen werd ingevoerd in twee verzorgingshuizen, praatten de onderzoekers hierover met de manager en het personeel. Vervolgens werden de poppen geïntroduceerd door ze op een tafel te leggen. De bewoners mochten kiezen of ze een pop wilden. En zo ja, welke. Wie een pop koos, werd voor drie tot zes weken door het personeel geobserveerd.

Wie deden mee?
In totaal deden er veertien bewoners en zevenendertig verzorgenden aan dit onderzoek mee. Het personeel kreeg een vragenlijst voorgelegd dat uit veertien vragen bestond - vooral over hoeveel en wat voor invloed het gebruik van een pop op een specifieke bewoner had. Zo waren er onder andere vragen over de mate van onrust. En over het contact dat de bewoner met anderen had. 

Beperkingen van het onderzoek
Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen. Zo waren de metingen niet blind. De verzorgenden wisten namelijk welke bewoners wel of geen pop hadden gebruikt.
Ook hielden zij niet bij of misschien andere factoren het welzijn van de bewoners beïnvloedden.
Tot slot wordt er in het onderzoek niets gezegd over wat voor poppen er werden gebruikt en hoe ze eruit zagen.

Bron
A pilot study on the use of dolls for people with dementia
Mackenzie, James, Morse, Mukaetova-Ladinska, Reichelt
Engeland,
2006

Eindredactie: Rinske Bosma